interview met de programmeur van dit festival, Borius van der Meulen
Na verschillende succesvolle edities in Amsterdam komt het Warming Up Festival dit jaar ook naar Utrecht. We geven een podium aan klimaat-minded kunstenaars en performers, want kunst heeft de kracht om het hart te raken en dat is precies wat nodig is om mensen in beweging te krijgen. We spreken de programmeur van deze Utrechtse editie van het festival, Borius van der Meulen.
Even voorstellen, wie ben jij en wat doe je bij Stadsschouwburg Utrecht?
“Ik ben Borius van der Meulen en ik houd mij bezig met contextprogrammering en educatie, samen met mijn collega Anoek Jentjens. Alle contextprogrammering rondom voorstellingen is bedoeld om het verhaal van de voorstelling en de schouwburg te verrijken. Dat doen we vanuit verschillende perspectieven, in samenwerking met het publiek en organisaties uit de stad. Vanuit educatie doen wij allerlei projecten die te maken hebben met het onderwijs, van primair onderwijs tot mbo en universiteit, en natuurlijk schoolvoorstellingen.”
Hoe ben je in aanraking gekomen met het Warming Up Festival?
“We willen het thema klimaat nog meer dan voorheen aan bod laten komen in ons voorstellingsaanbod. In het beleidsplan voor de komende jaren is dat een van onze speerpunten. Het Warming Up Festival zit al meerdere jaren op een spoor dat ons erg aanspreekt als het gaat om het onder de aandacht brengen van het klimaatvraagstuk. Daarom zijn we in gesprek gegaan met de organisaties achter dit festival; Tolhuistuin en Impact Makers. Als contextprogrammeur is klimaat een van de onderwerpen waar ik mij vooral op focus, vandaar dat ik de kar mag trekken voor de Utrechtse editie van het Warming Up Festival.”
"We moeten de kunsten niet als oplossing zien maar als een manier om een verhaal te laden, woorden te geven aan een gesprek en ideeën aan te dragen."
Waarom een kunst- en cultuurfestival om dit maatschappelijke probleem onder de aandacht te brengen?
”Iedereen handelt vanuit zijn eigen perspectief en wij zijn een podium, een huis voor de podiumkunsten. Dus zoeken we naar manieren om ons huis hiervoor te kunnen gebruiken. Theater is dé plek om verhalen te vertellen en open te staan voor verhalen van de ander. We kunnen alleen maar vooruit als we naar elkaar luisteren en zelf iets inbrengen. Dat vind ik het mooie aan theater; je brengt je eigen achtergrond mee en dat gaat samen met de ander. Als je mensen érgens kan laden met gedachten en verhalen, dan is het theater toch wel een van de mooiste plekken waar dat gebeurt.
Theater gaat ook om verbeelding. De verbeelding gaat pas werken als je er zelf iets van maakt, het begint bij een een persoonlijke verbinding. In een publiek is iedereen individueel bezig om invulling te geven aan dat wat je ziet, hoort en voelt. Daarom is het theater en de kracht van verbeelding een heel mooi middel om het verhaal rondom de klimaatproblematiek over te brengen en mensen erover na te laten denken.”
"De podiumkunsten blijven het punt van vertrek, maar je hoopt de beweging aan te wakkeren zodat iedereen dit vanuit zijn eigen positie in de maatschappij doet. Dan komen we ergens.
Wat kunnen we verwachten van deze eerste Utrechtse editie?
”Dat op het moment dat je aankomt, je al doorhebt dat er iets anders gaande is bij de schouwburg. Buiten word je geconfronteerd met een installatie die vragen stelt over ons consumptiegedrag en waar je ook direct bij wordt uitgenodigd om het erover te hebben. Het moment dat je naar binnen gaat heb je de keuze om op een actieve manier deel te nemen aan het festival door bijvoorbeeld een workshop te volgen en/of vooral te komen kijken en luisteren, door naar een voorstelling of talk te gaan. Dat je de keuze hebt om op je eigen manier deel te nemen vind ik het allerbelangrijkste, én dat we niet enorm de diepte ingaan op één onderwerp. Het festival zelf moet in de breedte veel prikkels afgeven; over het onderwerp zelf én door verschillende kunstvormen in te zetten. Zodat je door hebt dat het vraagstuk op zoveel vlakken zit en door zoveel mensen in de maatschappij beleefd wordt. Net zoals het activisme nu, de activist is niet meer de anarchistische kraker met de spikes. De activist zit door de hele maatschappij heen, van hoogleraren tot praktisch opgeleiden, in alle lagen van de bevolking. Ik hoop ook dat mensen dit voelen. Dat het niet alleen in de activistische hoek of hoge kunsten zit, het zit overal.
"De oplossing zit niet in iedereen die al helemaal om is. De uitdaging zit in de mensen die in het tussengebied zitten."
Hoe houd jij je bezig met het klimaat?
“Hoe meer ik met het Warming Up Festival bezig ben, hoe kritischer ik naar mijzelf kijk. Meer dan wanneer je er niet actief mee bezig bent. Daarom vind ik het ‘actieve’ ook zo interessant. Ik merk bij mijzelf dat het moeilijk is om je tot het klimaatvraagstuk te verhouden als het er ‘gewoon’ is. We zien alle ellendige voorspellingen en grafieken over hoe we er nu voorstaan, maar het is zo groot dat het op de een of andere manier moeilijk is om in actie te komen. Op het moment dat je er iets mee gaat doen, in mijn geval het Warming Up Festival organiseren, word je bewuster van wat je wél kunt doen, wat invloed heeft op je dagelijkse keuzes.”
Ben jij je hier alleen bewust van of handel je er ook naar?
“Daar handel ik zéker naar en soms maak ik andere keuzes. Dan maak ik keuzes die minder goed zijn, maar daar ben ik mij dan wel heel erg van bewust. Daar ben ik ook zoekende in; waarom doe ik dat dan? Dat probeer ik ook te benadrukken in het festival, want ik ben daar zeker niet de enige in.
Ik denk dat je heel veel mensen verliest als je direct verwacht dat ze er alles voor op moeten geven. Dat creëert polarisatie, dan krijg je teveel tegenstellingen. Je moet een soort toegankelijkheid houden als je mensen erbij wil betrekken. Anders krijg je alleen de mensen die allang overtuigd zijn en dat is ook goed, maar dat vind ik minder interessant. Zeker als schouwburg en de positie die we hebben.”
Waar zit die toegankelijkheid in het programma?
“Als ik kijk naar Gouden Haas die met de Groene Kliniek komt; zij gaan op een ludieke manier het gesprek aan met mensen om een klimaatdiagnose te stellen. Of je natuurpijn hebt, eco-woede of treintrots. Ik vind dat heel toegankelijk want je herkent het, je voelt er direct iets bij en het zet je aan het denken met een lach. Dat vind ik ook met ‘Valt er nog wat te lachen?’, waarin nieuwe makers gaan onderzoeken of er binnen het doembeeld ook nog humor te ontdekken valt, want anders gaan we dat niet trekken met elkaar. Daarmee ontduik je het doemscenario niet, want dat moet je ook erkennen, maar we moeten ook bedenken hoe we dit als maatschappij werkbaar kunnen houden.
Zoals Sjoerd Groeskamp zei: “Ik kom niet met een fijne boodschap maar je moet wel handelingsperspectief krijgen.” Nu vind ik dat woord handelingsperspectief best lastig, maar wat we daarmee bedoelen is dat je het gevoel moet krijgen dat je er iets mee kán. En niet dat je lam wordt geslagen van ellende en dat je achterover gaat zitten omdat je het niet meer weet. Die urgentie met een lach en actievoorbeelden komt in veel programmaonderdelen terug.”
Tip voor de toekomstige bezoeker?
Een inleiding zoals Sjoerd Groeskamp gaat doen met ‘Crashcourse Klimaat’ is denk ik wel belangrijk om écht even met de neus op de feiten te worden gedrukt. Om een vertrekpunt te hebben. Daar mag iedereen van denken wat hij wil, maar vanuit een wetenschappelijk perspectief krijg je kort maar krachtig te horen waarom we ons druk maken. Verder ben ik ook wel benieuwd naar bepaalde dingen. Ik heb ‘In het Oog van de Orkaan’ bijvoorbeeld nog niet gezien. Ik vind het wel heel spannend dat zij als jonge makers, als pechgeneratie zoals zij zichzelf zien, kijken waar het geluk zit. En hoe je dat kan creëren. Daar zit ook een hoopvolle gedachte achter. Maar er zit op alle programmaonderdelen een ander haakje en door die diversiteit vind ik het lastig kiezen!
Final words
Het festival is niet voor niets nu, want in november is de klimaatconferentie. Ik heb dat jaren aan mij voorbij laten gaan. We worden ook overspoeld met nieuws maar ik hoop vooral door dit soort dingen te doen, dat mensen bewust(er) worden van hun eigen keuzes. Het vertrekpunt van het festival is niet ‘we willen de barricade op voor het klimaat’ maar door het er over te hebben, gaan je oren en ogen ervoor open. Het is mooi als we daar met dit festival aan kunnen bijdragen. Al is het maar dat de bezoekers opeens denken: ‘Ik ga toch eens kijken wat er op de VN klimaatconferentie wordt besloten’ en zich dan afvragen ‘ben ik het hier wel of niet mee eens?’. Dat zou ik een hele waardevolle opbrengst vinden. Ermee bezig zijn, hoe je dat ook doet. Als we maar nadenken over de impact van ons eigen gedrag en de gevolgen van de politieke keuzes die we maken.